(1) Zuigproces: aanzuigpoort van het schroeftype aan de inlaatzijde, moet zo zijn ontworpen dat de compressiekamer volledig kan worden afgezogen, en een schroefcompressor van dubbele legering en geen inlaat- en uitlaatkleppen, de inlaat is alleen afhankelijk van een regelklep die open is, sluit de regelaar, wanneer de rotor draait, de tanden van de hoofdrotor groefruimte in de bocht naar de inlaatwandopening, de ruimte is de grootste, op dit moment zijn de tanden van de rotor groefruimte en de inlaat van de vrije lucht erdoorheen, omdat de lucht wordt hierbij volledig ontladen in de ontlading tijd is de tandgroefruimte van de rotor verbonden met de vrije lucht van de luchtinlaat, omdat de lucht in de uitlaat van de tandgroef volledig wordt afgevoerd en aan het einde van de uitlaat bevindt de tandgroef zich in een vacuümtoestand wanneer deze naar de luchtinlaat wordt gedraaid, wordt de buitenlucht in de tandgroef gezogen langs de axiale richting van de primaire en secundaire rotors. Wanneer de lucht de hele tandgroef vult, draait de luchtinlaatzijde van de rotor weg van de luchtinlaat van de behuizing en wordt de lucht tussen de tandgroeven gesloten.
(2) Gesloten en transportproces: de hoofd- en vice-twee rotoren aan het einde van de zuigkracht, de tandtop van de hoofdrotor en de behuizing gesloten, deze keer stroomt de lucht in de tandgroef niet meer uit, dat wil zeggen [gesloten proces] . De twee rotoren blijven draaien, de tandpiek en tandgroef in het zuiguiteinde van de anastomose, het anastomose-oppervlak geleidelijk aan het uitlaatuiteinde van de beweging.
(3) Compressie- en olie-injectieproces: tijdens het transport wordt het straaloppervlak geleidelijk naar het uitlaatuiteinde van de beweging geleid, dat wil zeggen dat het ingrijpende oppervlak en de uitlaatpoort tussen de tanden tussen de groeven geleidelijk worden verkleind, de tandgroef van het gas wordt geleidelijk gecomprimeerd, de druk neemt toe, dat wil zeggen [compressieproces]. Tegelijkertijd wordt de smeerolie ook in de compressiekamer gespoten en door het drukverschil met het kamergas gemengd.
(4) Uitlaatproces: wanneer het rotorgaas naar de uitlaat van het chassis is gericht (op dit moment de druk van het gecomprimeerde gas), begint het gecomprimeerde gas te ontladen totdat de tandpiek en de tandgroef van het gaasoppervlak naar het uitlaatoppervlak zijn verplaatst, op deze keer is de twee rotorgaasvlakken en het chassis uitlaat deze tandgroefruimte nul, dat wil zeggen, de voltooiing van het (uitlaatproces), tegelijkertijd, rotorgaasvlak en de lengte van de tandgroef tussen de chassisinlaat en de langste lengte van hun Het zuigproces is aan de gang opnieuw.